- 500 gr spliterwten
- 300 gr knolselderij
- 300 gr wortels
- 150 gr kruimige aardappelen
- 1 prei
- 4 takjes verse bladselderij
- 500 gr varkenskrabbetjes
- 2 laurierblaadjes
- 1 el gladde mosterd
- 1 l runderbouillon
- 250 gr rookworst
Erwtensoep
Spoel de spliterwten grondig af onder stromend water. Schil de knolselderij, wortels en aardappelen en snijd in blokjes van 1 cm. Snijd de prei in halve ringen en spoel onder stromend water. Pluk de blaadjes selderij.
Voeg de spliterwten, knolselderij, wortel, aardappel, prei, selderij, krabbetjes, laurier, mosterd en runderbouillon samen in de slowcooker en roer goed door. Sluit de slowcooker af met een deksel en laat het geheel op stand ‘low’ in 8 uur garen.
Bereid intussen de rookworst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd vervolgens in plakjes. Haal de krabbetjes uit de soep, snijd het vlees van de botjes en snijd in kleine stukjes.
Pureer de soep lichtjes met een pureestamper. Voeg de rookworst en krabbetjes toe aan de soep. Roer een aantal keer door.
Voeg de spliterwten, knolselderij, wortel, aardappel, prei, selderij, krabbetjes, laurier, mosterd en runderbouillon samen in de slowcooker en roer goed door. Sluit de slowcooker af met een deksel en laat het geheel op stand ‘low’ in 8 uur garen.
Bereid intussen de rookworst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd vervolgens in plakjes. Haal de krabbetjes uit de soep, snijd het vlees van de botjes en snijd in kleine stukjes.
Pureer de soep lichtjes met een pureestamper. Voeg de rookworst en krabbetjes toe aan de soep. Roer een aantal keer door.
